De temperatuur die nodig is voorpaddestoelen kwekenin een paddo kweekzak hangt af van de specifieke paddenstoelsoort die je kweekt. Verschillende paddenstoelsoorten hebben verschillende temperatuurvoorkeuren voor een optimale groei. Hieronder vindt u echter een algemene richtlijn voor het temperatuurbereik tijdens de kolonisatie- en vruchtvormingsfasen
Tijdens de kolonisatie- of myceliumgroeifase, die plaatsvindt na inenting en vóór de vorming van vruchtlichamen, variëren de temperaturen doorgaans van 75°F tot 80°F (24°C tot 27°C).
Zodra het mycelium het substraat heeft gekoloniseerd, begint de vruchtfase. De temperatuur voor vruchtvorming varieert per paddenstoelensoort, maar valt vaak binnen het bereik van 55 ° F tot 75 ° F (13 ° C tot 24 ° C).
Het is belangrijk om op te merken dat dit anders ispaddestoelen groeiensoorten kunnen specifieke temperatuurvereisten hebben buiten deze algemene bereiken. Bovendien kunnen de substraatsamenstelling en omgevingscondities de temperatuurvoorkeuren beïnvloeden. Sommige paddenstoelen kunnen specifieke temperatuurvereisten hebben voor het initiëren van het vastzetten (vorming van kleine champignonpinnen) en voor een optimale vruchtvorming.
Hier zijn een paar voorbeelden van veel voorkomende paddenstoelvariëteiten en hun algemene temperatuurvoorkeuren
Knoopchampignons (Agaricus bisporus)
Kolonisatie: 75°F tot 80°F (24°C tot 27°C)
Vruchtvorming: 55°F tot 70°F (13°C tot 21°C)
Oesterzwammen (Pleurotus spp.):
Kolonisatie: 75°F tot 80°F (24°C tot 27°C)
Vruchtvorming: 50°F tot 75°F (10°C tot 24°C)
Shiitake-paddenstoelen (Lentinula edodes):
Kolonisatie: 75°F tot 80°F (24°C tot 27°C)
Vruchtvorming: 50°F tot 75°F (10°C tot 24°C)
Het wordt aanbevolen om de specifieke richtlijnen voor detassen voor het kweken van paddenstoelenje kweekt en om de temperatuur binnen het gewenste bereik te bewaken en te regelen. Een goede temperatuurbeheersing is cruciaal voor een succesvolle paddenstoelenkweek, en variaties kunnen de groeisnelheid, opbrengst en algehele kwaliteit beïnvloeden.